Teamcoaching: Symptomen versus oorzaken

Veel mensen denken dat de oorzaken van slecht teamwerk in de sfeer van de persoonlijke verhoudingen liggen. De oorzaken van slecht teamwerk liggen meestal in een van de andere gebieden: de doelen, de rollen of taken en de procedures. De gevoelens die mensen ten opzichte van elkaar hebben zijn wel echt, maar zij zijn vaker de symptomen van slecht team­werk en slechte coördinatie, dan dat daar werkelijk de oorzaak zit.

Wanneer twee mensen bijvoorbeeld verschillende ideeën hebben over welke doelen prioriteit verdienen en dit verschil niet expliciet hebben benoemd en opgelost, komen zij vroeg of laat tot de conclusie dat hun karakters botsen. Zo zullen mensen, als de taakverdelingspro­blematiek geen aandacht krijgt of niet wordt opgelost, vroeg of laat niet meer met elkaar willen samenwerken en wordt de indruk gewekt dat het om een conflict tussen twee personen gaat.

Er is een bepaalde volgorde of logische opeenvolging in activiteiten die men moet ondernemen. Voordat men zich bezighoudt men de vraag: "Wie gaat er wat doen?" moet men eerst de vraag "Wat moet er gebeu­ren?" beantwoorden. Daarna kan men zich richten op de vragen naar het hoe. Hiermee is niet gezegd zijn dat persoonlijke geschilpunten niet tellen. Het vraagstuk van de intermenselijke verhoudingen is complexer. Intermenselijke verhoudingen spelen altijd een rol in de effectiviteit van een team. Wanneer een team heeft afgerekend met de ruis rondom de doelen, rollen en procedu­res en ontdekt dat toch nog een teamlid of meerdere teamleden niet 'van de partij zijn', kan er een fundamenteel waardeprobleem naar voren komen.

In bijna alle gevallen verdwijnen de slechte gevoelens die men elkaar toedraagt vanzelf, op het moment dat het probleem eenmaal bij de wortel is aangepakt. Teamleden kunnen elkaar niet sympathiek vinden, maar dat verhindert hun doelmatig samenwerken niet.

Voor ons is uw privacy belangrijk. Wij beveiligen automatisch alle communicatie en gebruiken uitsluitend cookies voor het verbeteren van de website.